Vorig artikel: Over de PvdA, Paus Benedictus XVI en de Bilderberg conferentie | ||
Volgend artikel: Hoe een oude Griek mij overtuigingskracht leerde |
Niets zo moeilijk als anderen zo ver te krijgen naar jou te luisteren.
Een speciaal moment dus als jij op het podium staat.
Extra vervelend is het als op dat moment iemand anders de kans grijpt om de aandacht (die jij verdiend hebt) naar zichzelf toe te trekken.
Soms gebeurt dit zonder kwade bijbedoelingen. Ik heb gemerkt dat vakexperts, ingenieurs en andere mensen die complex werk doen, graag gezien willen worden.
Ze stellen dan een pauw-vraag, een vraag die tussen de regels klinkt als: "Kijk eens hoe hard ik werk en hoe moeilijk mijn werk is."
Letterlijke woorden zijn vaak: "Waar ik nu bezig ben is X, en ik merk dat het complex is en veel tijd kost. Wat vind jij?"
Zulke vragen zijn moeilijk oprecht te beantwoorden, omdat ze niet echt een vraag zijn.
Soms is er wel sprake van kwade opzet en gebruikt iemand de kans om voor jouw publiek zijn eigen product te promoten. "Jij pakt het zo aan, maar ik heb deze methode en die is beter. Kom dus naar mij."
Meestal afgesloten met een soort retorische vraag om de 'fraude' niet al te duidelijk te maken.
Wat doe je in zo'n situatie?
Er zijn twee mogelijkheden: confronteren en onmogelijk maken.
De 'quasi vraag' confronteren is noodzakelijk als hij gesteld werd. Je kunt hem niet negeren of overslaan.
Het meest belangrijke hierbij is dat jij jouw rol als leider of expert koste-wat-het-kost beschermt en handhaaft: Wellicht ben je boos omdat je de slechte intenties ziet, maar zodra je deze uit naar de vraagsteller, val je direct van je voetstuk en raak je een groot gedeelte van je publiek kwijt.
Aanpak van zo'n vraag vraagt dan ook elegantie. Elegantie is met respect voor de vragensteller en waardering voor je eigen rol laten weten dat die vraag niet gepast is.
Hoe elegantie er in de praktijk uit ziet is wat lastig te vangen in een paar regels. Het is namelijk erg afhankelijk van de vraag, de sfeer in de zaal, jouw eigen stijl - kortom waarmee je weg kunt komen.
Wat nog gepast zou zijn en wat over de grens zou zijn.
Ben je iemand die bijvoorbeeld bekend staat als direct en wat hard, dan kun je wellicht volstaan met een: "Rare vraag, volgende vraag."-achtige opmerking. Waarschijnlijk accepteert het publiek dit wel van je.
Wat vaak helpt is op de vraag-achter-de-vraag te antwoorden. Als iemand een vraag stelt die tussen de regels klinkt als: "Kijk mij eens zwaar werk verrichten." dan zou je die 'vraag' ook daadwerkelijk kunnen beantwoorden met: "Ja, het is goed dat we mensen zoals jij hebben." en dan door te gaan met de volgende vraagsteller.
Dit voorkomt dat je de moeilijk te beantwoorden 'feitelijke' vraag moet beantwoorden die waarschijnlijk alleen bedacht is om de echte intentie van de vrager te verbergen.
En het geeft een compliment aan de vragensteller maar vertelt ook direct het publiek waarom je niet in gaat op de feitelijk gestelde vraag. Het laat zien dat je de vraag doorziet.
Stelt iemand een vraag vanuit kwade opzet: "Ik heb een betere oplossing dan jij." - ook dan is het vaak goed de feitelijke vraag 'heb jij er ervaring mee' onbeantwoord te laten.
Wederom kun je beter antwoorden op de echte intentie en bijvoorbeeld met wat humor zeggen: "Dank voor het reclameblok."
Ook daarmee leg je de daadwerkelijke intentie van de vragensteller voor je publiek bloot.
Wil je terug slaan, dan kun je hem ook onderuit halen door iets te zeggen in de strekking van: "Ja, en er zitten fundamentele fouten in die aanpak die tot rampzalige resultaten leiden. Maar laten we die discussie later een keer aangaan."
Daarmee onderstreep je jouw eigen expert rol en haal je zijn verhaal onderuit. De laatste opmerking is noodzakelijk om discussie te voorkomen.
Als ik voor een zaal mensen sta waarvan ik weet dat ze graag stokpaardjes-vragen stellen, begin ik altijd met de openingszin: "Ik heb helaas wat weinig tijd voor de dingen die ik allemaal wil vertellen. Heb je vragen, dan kun je me na deze lezing vinden in op die specifieke plek. Daar ben ik beschikbaar voor vragen."
Daarmee neem ik alle ruimte weg voor stokpaardjes aan het einde van mijn presentatie.
Vindt het publiek dit erg?
Nee, want 95% van de mensen heeft toch geen vragen. En voor de mensen die wel met een echte vraag zitten, ben ik beschikbaar.
Alleen de mensen die een 'kijk mij eens goed zijn' vraag willen gaan stellen zullen teleurgesteld zijn dat er geen ruimte is om de aandacht op hen te vestigen.
Daar komt bij dat ik nu de kans heb de presentatie op een hoge noot en in goede energie af te sluiten. Direct na mijn laatste tip en de samenvatting volgt mijn uitsmijter en krijg ik applaus.
Ik heb bij veel mensen na hun presentatie de goede sfeer vergooid zien worden door vragen. Vaak kritische vragen die vanuit onbegrip en kwade intentie gesteld worden.
Zorg daarom goed voor jezelf en gebruik alle tijd die voor je beschikbaar is.
Als een vragenronde aan het einde niet verplicht gesteld is, ben je vaak beter af zonder.
Welke stokpaardjes heb jij wel eens meegemaakt en wat doe jij er aan?
Vorig artikel: Over de PvdA, Paus Benedictus XVI en de Bilderberg conferentie | ||
Volgend artikel: Hoe een oude Griek mij overtuigingskracht leerde |